zondag 20 december 2020

De stad der blinden

Een boek dat veel uit de kast gehaald wordt in tijden van Corona. Jose Saramago schrijft over een epidemie die een hele stad lam legt. Een man die voor het stoplicht staat met zijn auto, wordt ineens blind. De 'witte' blindheid blijkt zeer besmettelijk. De overheid tracht de epidemie te bedwingen door de eerste besmetten op te sluiten in een voormalig psychiatrisch ziekenhuis. De vrouw van de oogarts laat zich ook opsluiten; ze zegt dat ze blind is, maar kan als enige nog zien. Ze blijft gedurende de gehele epidemie de enige persoon die het zicht behoudt. Het boek gaat niet over de epidemie, maar over de gevolgen voor de mens. Hoe zorgen mensen voor elkaar, wie neemt de leiding, wie sterft, wie is dapper en strijdt, wie lijdt en wie staat op, wie protesteert, wie vegeteert? 

De ingreep van de overheid damt het probleem niet in. De blinden kunnen op een dag hun quarantaine verlaten en belanden op straat in de stad die vergeven is van dolende groepen blinden, bergen afval, uitwerpselen, zwerfhonden en ongedierte. Iedereen op zoek naar eten. Er is geen drinkwater meer, geen elektriciteit, mensen kunnen hun huizen en dierbaren niet meer vinden.

Onder leiding van de vrouw van de oogarts slaat het gevormde groepje zich erdoor heen. Het einde van het boek is voorspelbaar, maar hoopvol. 

Het lezen van De stad der blinden roept diverse emoties op. Het is een goed geschreven boek, niet in de laatste plaats omdat Saramago zich van veel uitdrukkingen bedient die te maken met zicht, denk aan "In het land der blinden is éénoog koning", of "bijna blindelings" of "een blinde greep". Fijne subtiele humor. Verder valt er weinig te lachen, het wordt me af en toe wel echt te gruwelijk of absurdistich.

4/5