donderdag 23 februari 2012

Oscar

Oscar is een heel klein boekje van Jan Siebelink met op de voorkant een schilderij van Vincent van Gogh. Het oog wil ook wat, het ziet er mooi uit. 
Een aantal elementen uit de roman kun je niet los zien van Siebelinks jeugd en voorgaande carrière. Hij was werkzaam als docent Frans op een middelbare school en ook in dit verhaal speekt een aantal scènes zich af op een school net als bijv. in Suezkade. Daarnaast heeft Siebelink weer veel oog voor alles wat groeit en bloeit. Zijn vader was bloemist en de bloemetjes komen ook regelmatig voorbij in zijn boeken (o.a. Knielen op een bed violen).
Het verhaal wordt verteld in korte, heldere zinnen en laat zich vlot lezen. De lezer is snel in de ban van het verhaal over Oscar, Id en Esmée. Jammer dat de ontknoping er wel erg dik bovenop ligt, hoe het afloopt laat zich al na korte tijd raden.

3/5

woensdag 22 februari 2012

Greatest hits

De verhalen in deze bundel zijn allemaal eerder verschenen, de meeste in De Tijd. Het samenstellen van een goede verhalenbundel is niet eenvoudig. En ook in deze bundel zijn niet alle verhalen even sterk. De verhalen die zich afspelen in Beieren zijn de leukste wat mij betreft. Maar dit boek is denk ik 'meer voor mannen'. Zo gaan de hoofdrolspelers, o.a. het personage J. Kessels (dat eveneens in J. Kessels the novel opgevoerd werd - overigens een vermakelijk boek) in een groot deel van de bundel op zoek naar hun muziekhelden, veelal verwelkte, aan lager wal geraakte zangers. De verhalen zijn niet echt scherp en ook mis ik de humor en het sarcasme dat in J. Kessels the novel zo goed uitpakte.

2/5

zondag 19 februari 2012

Het gym

Karin Amatmoekrim heeft een heel leuk boek geschreven. De tekst op de achterkant van het boek belooft veel: 'het gym is een briljant en schrijnend verhaal over de multiculturele kramp van Nederland, eindelijk eens van binnenuit en met ongelooflijk veel humor beschreven'. Ongelooflijk veel humor is een beetje overdreven, maar het is echt een fijn boek. Amatmoekrim laat zien hoe lastig het is voor een kind om in een totaal andere wereld terecht te komen. Sandra gaat als enige uit haar wijk (een achterstandswijk) naar een categoraal gymnasium dat in een keurig wijk ligt. Je voelt goed hoe ze vervreemdt van haar vriendinnen die lbo doen, zich ordinair kleden, de codes van hun groep naleven. Ze begrijpt haar moeder niet, waarom kan haar vader, een slappe dweil, toch steeds weer terug komen in haar leven. Haar moeder begrijpt haar ook niet altijd. Als ze aan een toneelstuk meedoet (Faust) vindt haar moeder het maar een raar verhaal. En, in tegenstelling tot de ouders van de Nederlandse Mirte, kan Sandra's moeder niet lachen om de nep-dildo in het stuk. Sandra moet zich tenslotte ook een plekje verwerven in haar nieuwe klas met keurige kinderen uit rijke gezinnen. Kakkers die in grote huizen wonen en het zijn allemaal Nederlanders. Inderdaad, de Nederlanders van 1 dropje tijdens de film. Sandra wordt neergezet als een integer maar sterk en zelfstandig meisje. Zo vindt ze het vervelend wanneer op een feestje de hele familie van haar keurige kakvriendinnetje gaat applaudisseren omdat ze als Surinaamse op het gym zit. 
Helemaal soepel lopen doet het niet, Bart Willink, een brulkikker, maakt haar het leven zuur. Sandra lost de problemen met Bart op, volgens de codes die in haar wijk gelden. Sandra's vriendinnen nemen het voor haar op; en doen dat op een manier die voor Sandra moeilijk te begrijpen is. De krampachtige manier waarop de rector ('zeg maar Lex') Sandra probeert te overtuigen van het feit dat ze er mag wezen, is voor Sandra juist het bewijs dat ze toch anders is.
Het boek leest lekker weg, de dialogen zijn vlot geschreven, de situaties en onzekerheden van de pubers in de brugklas zijn herkenbaar. Het leven op de middelbare school en alles wat daarbij hoort (verliefd, een eerste zoen, huiswerk maken, cijfers, rapporten, schoolfeestjes, roken etc.) zijn een mooie achtergrond voor het verhaal van Sandra. Jammer dat het zo snel uit is.

4/5

Kleine zielen

Kristien Hemmerechts kiest voor een gevaarlijk moeilijk perspectief: dat van een kind. Er zijn maar weinig schrijvers die daar een geloofwaardig verhaal mee kunnen maken. Een goed verhaal is het niet geworden. Wel een verhaal over een fascinerend onderwerp. De 8-jarige Marthe gaat met haar moeder op bedevaart naar Lisieux omdat in de basiliek een Mariabeeld is begonnen met bloeden. De moeder van Marthe is een devote vrouw die de geboorte van haar dochter toeschrijft aan een eerdere bedevaart. Onderweg komen ze Francis Douillet tegen, die geen onbekende blijkt voor Marthe's moeder. Hemmerechts doet het voorkomen alsof Francis de vader van Marthe is. Dat gegeven wordt echter nergens bevestigd in de roman. Gedurende het verblijf in Lisieux blijkt Marthe ineens over bijzondere gaven te beschikken; ze is in staat om met Maria te communiceren. Francis buit het verhaal uit, met als climax een heuse processie, dit tot grote ergernis van de vader van Marthe. Marthe treedt niet in in het klooster maar lijdt een ogenschijnlijk normaal leven. Het verhaal wordt aan het einde van de roman min of meer afgedaan als 'een tijdelijke verstandsverbijstering'. 
Het is nogal een pittig boek, dat erom vraagt om langzaam en aandachtig gelezen te worden als je de draad niet kwijt wilt raken. Het levensverhaal van de heilig verklaarde Thérèse Martin wordt verweven met dat van "Marthetje"(brrr). Dat alle kinderen van de familie Martin Maria heten, maakt het er niet duidelijker op. Het verhaal van de familie Martin wordt telkens in brokjes verteld waardoor het niet echt doorkomt. Bovendien verveelt Hemmerechts de lezer met diverse opsommingen over diverse zaken. 

2/5

zondag 12 februari 2012

Bed

David Whitehouse heeft een roman geschreven over een niet alledaags onderwerp. De 25-jarige Malcolm Ede besluit op een dag zijn bed niet meer te verlaten en na heel wat jaren wordt hij de dikste man ter wereld. Malcolm is een bijzonder mens, toch is hij degene die alles onder controle heeft en de mensen om hem heen goed kent en doorziet. Hij bekijkt de wereld met een sceptische blik en weet het hele gezin naar zijn grillen te voegen. Zo klust vader aan een high-tech apparaat op zijn kluszolder (de plek waar hij zich terugtrekt) om Mal het huis uit te takelen, moeder is een vrouw die zichzelf compleet wegcijfert en echt alles voor haar zoon doet. De jonge Malcolm weet een meisje te versieren, die dezelfde vasthoudendheid heeft als zijn moeder. Lou kan hem niet uit haar hoofd zetten, ook al heeft Malcolm voor zichzelf gekozen en niet voor haar. De verteller van Bed is het jongere broertje van Malcolm die zijn lot gelaten draagt. Hij is heimelijk verliefd op Lou. De personages zijn eigenlijk allemaal een beetje labiel.
Er is gebruikt gemaakt van een niet-chronologische vertelstructuur, en dat houdt de lezer bij de les. Een vraag die lange tijd niet beantwoord wordt is: wat is er met het broertje (krijgt geen naam in het boek) van Mal gebeurd waardoor hij niet meer goed kan lopen?
Whitehouse heeft het boek opgedeeld in 84 hele korte hoofdstukjes van 2 tot 6 pagina's. Het boek lees lekker weg maar heeft iets te weinig body om lang te beklijven. Mal is een fascinerend personage, en zijn triomfantelijke vraag aan de gladde tv-interviewer Ray Darling is hilarisch. Bed is een leuk tussendoortje, laagdrempelig en vlot leesbaar.

3/5

zondag 5 februari 2012

Post voor mevrouw Bromley

De verhaallijn van Post voor mevrouw Bromley heeft alles in zich om een echte top-roman te zijn. Maar op de één of andere manier heeft het verhaal me niet helemaal kunnen grijpen. In het begin kwam het langzaam op gang en na een paar slechte dialogen waarin twee kleine meisjes (de zusjes van Martin Bromley) het woord nemen, kostte me het moeite om enthousiast verder te lezen. En dat is echt jammer want het boek heeft veel te bieden : een goed verhaal over vriendschap en loyaliteit in een boeiende periode uit de geschiedenis, mooie en diverse personages, goed gekozen citaten uit de wereldliteratuur. Bovendien weet Breijs een uitstekende schets te geven van de sfeer in de stad, de dreiging van Duitse aanvallen, de angst die uitgaat van de oorlog, de continue aanwezige ronselaars die jonge Engelsen moeten overhalen om zich aan te melden bij het leger. Dit alles zet oude vriendschappen onder druk. 
John Patterson is de hoofdpersoon die in de hele roman toch een beetje een watje blijft. Het is een zachte jongen die verknocht is aan literatuur. Hij heeft geen gemakkelijk leven, zijn moeder is gestorven in het kraambed en zijn vader is een stille man die de post bezorgt in de wijk waar ze wonen. Beetje bij beetje komt John te weten wat er echt in zijn vader omgaat. 
John is in stilte verliefd op Mary, de zus van Martin. Als lezer vraag je je af hoe hij verliefd op haar kan zijn, omdat ze zo verschillend zijn. Ze leven in totaal verschillende werelden. Tijdens zijn studie aan de universiteit sluit John vriendschap met William Dunn. John is vooral onder de indruk van de ideeën van William. Aanvankelijk discussiëren de vrienden maar William wordt steeds fanatieker en wil zijn antipathie jegens de oorlog (en de leugens die verteld worden) verwoorden in een pamflet. John volgt. De Bromleys vinden John een lafaard, hij meldt zich immers niet vrijwillig om de eer van zijn land te verdedigen. Gedreven door eenzaamheid en verdriet, kiest John er toch voor om in dienst te gaan; op de boot naar Frankrijk krijgt hij een eervol baantje dat hem vrijwaart van taken als corvee en wacht lopen. Zijn kameraden nemen hem daardoor niet altijd serieus. John is naïef, wil (kan?) de pijnlijke waarheid niet altijd onder ogen komen en hij maakt de wereld vanuit de loopgraven soms mooier dan hij is. 
Met beter redactiewerk had deze roman een echte topper kunnen zijn. 


3/5